Gezondheidseffecten

De kwaliteit van de lucht in huis, de lucht op de arbeidsplaats en de buitenlucht  heeft invloed op de gezondheid. Voor een aantal stoffen zijn maximaal toelaatbare concentraties wettelijk vastgesteld. Dit geldt bijvoorbeeld voor de arbeidsplaats en voor fijnstof en stikstofdioxide in de buitenlucht. Ook zijn er advieswaarden vastgesteld door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO). Met wetenschappelijk onderzoek zijn concentraties van stoffen onderzocht, waarbij er geen onaanvaardbare negatieve effecten op de gezondheid te verwachten zijn.

We doen geen onderzoek naar gezondheidseffecten van luchtverontreiniging. We voeren concentratiemetingen van onder andere fijnstof, stikstofdioxide, roet, organische stoffen en ammoniak uit in de binnenlucht, de buitenlucht en op de arbeidsplaats.


Blauwe lucht, en goede gezondheid

 

 

 

 

 

 

 

 

Grenswaarden

De Europese Unie heeft zich ten doel gesteld om voor diverse luchtverontreinigende stoffen voorstellen te formuleren van grenswaarden voor de luchtkwaliteit ter bescherming van de gezondheid van mens en milieu. Het beleid richt zich daarom nadrukkelijk op de bescherming van het leefmilieu en het verbeteren van dit leefmilieu. In Nederland is dit vertaald naar luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer. De kern van de luchtkwaliteitseisen bestaan uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. De uitvoeringsregels behorend bij de wet zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (MR).

Het zijn met name fijnstof (PM10, PM2,5) en NO2 die in Nederland zorgen voor overschrijdingen van de grenswaarden. Uit epidemiologische studies blijkt dat het wonen nabij (snel)wegen nadelig is voor de gezondheid (1). Er bestaat een direct gezondheidseffect aan de longen als gevolg van blootstelling aan te hoge concentraties fijnstof en NO2. Daarnaast gaat het tevens om de gasvormige componenten benzeen (C6H6), koolmonoxide (CO), ozon (O3) en zwaveldioxide (SO2).

De grenswaarde voor de jaargemiddelde NO2 concentratie bedraagt 40 µg/m3. De grenswaarde bij drukke (snel)wegen als uurgemiddelde die 18 keer per jaar mag worden overschreden bedraagt 200 µg/m3. [Staatsblad 414, Bijlage 2 bij de Wet milieubeheer, voorschrift 2.1, 2.2 en 2.3].
Het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) bevat afspraken om zowel op nationaal, provinciaal en regionaal niveau de gestelde eisen in de Wet luchtkwaliteit te halen. Daarbij is rekening gehouden met gewenste en geplande ruimtelijke ontwikkelingen. De NSL monitoringstool bestaat uit rekenmodellen waarmee prognoses van de luchtkwaliteit worden opgesteld. Deze luchtkwaliteitsrapportage binnen het NSL is de minimale verplichting. Gemeenten zijn niet wettelijke verplicht om de luchtkwaliteit te meten of om de berekeningen met behulp van metingen te controleren. Gemeenten zijn wel direct verantwoordelijk voor knelpunten. Bij een vermoeden van normoverschrijding moet de gemeente wel controlerend optreden. Het NSL is inmiddels verlengd tot het inwerking treden van de Omgevingswet.